Het lijkt toch niet zo moeilijk: een voorstel om opvang van vluchtelingen in het Hoge Veer in Raamsdonksveer te verlengen tot 31 oktober 2025 én om een handjevol lege kamers in dat pand zo snel als mogelijk in te zetten als noodopvang voor 15 extra asielzoekers.

Snel aftikken

Wie dacht dat de Raad dit na een goed debat vrij snel kon aftikken, kwam vorige week dinsdag bedrogen uit. Ik kon dat niet melden in de Langstraat want die was toen al gedrukt. Nu wel, al kan ik dit keer nog niet melden welk definitief besluit is genomen, want dat gebeurde afgelopen dinsdag. Het besluit kan ik raden: de opvang wordt met een jaar verlengd en er komt vermoedelijk ook goedkeuring voor het gaan opvangen van 15 extra asielzoekers in leegstaande kamers daar.

Waarom zo

Waarom werd er dan toch uren beraadslaagd over dit onderwerp. Er zijn Raadsleden voor wie een cursus ‘draai en niet omheen en wees duidelijk’ niet zou misstaan. De vergadering was de term ‘debat-raad’ niet waard. Het was meer een samenraapsel van op- en aanmerkingen en al dan niet ter zake doende vragen door een deel van de Raad. Zoals gebruikelijk hoorde vrijwel iedereen zichzelf graag praten. Sommige Raadsleden bleken gefrustreerd en er was ook volop irritatie.

Is het niet de taak van de Raad om zich te beperken tot de hoofdzaak en vooral kaders stellen en het College controleren. Overdetaillering zou toch aan anderen moeten worden overgelaten. Dat geldt ook voor haarkloverij over wie nu wel of niet mag besluiten, gegoochel met getallen, en tot in het muggenzifterige toe doordraven over waarover wel en niet mag worden gepraat.

In onze Raad doet iedere fractie zijn zegje, of er nu iets te vertellen is of niet. Het is immers een belangrijk (lees overgevoelig) onderwerp. Diverse fracties buitelden over elkaar heen in uiten van gemeenplaatsen; intrappen van open deuren; stellen van onnodige vragen; al dan niet verhulde stemmingmakerij en bij tijd en wijle voor de bühne het uitbraken van ‘politieke correctheid’. Vaak werden vragen herhaald en vooral op details werd elkaars inbreng getackeld. Ook was er gesteggel of bouwproject Omschoorweg wel of niet ter zake was en of onze jongeren niet vergeten werden. Het College reageerde aanvankelijk via de burgemeester voorzichtig en min of meer ’to the point’. De wethouder deed dat op de bekende manier: veel woorden, weinig zeggen wat al niet gezegd is, een en ander, merkbaar gevoed door irritatie vanwege zuigende vraagstelling, in een steeds in snelheid toenemende woordenwaterval.

Zo simpel

En het is toch zo simpel. We hebben een wettelijke taak om ontheemde Oekraïners en asielzoekers humaan op te vangen. Dat doen we nu, na verlenging, in het Hoge Veer, want dat zou eerst pas in oktober dit jaar worden gesloopt. Maar het is wél een tussenoplossing. Koortsachtig wordt naar iets definitiefs gezocht. Is die er niet, dan dreigt opvang in een sporthal, op een boot of in een hotel, misschien elders.

Geschenk

Dan blijkt ineens, als een soort geschenk, dat een extra jaar kan worden vastgeplakt aan opvang in het Hoge Veer. Omdat de provincie herhaald beroep op ons doet, wil het College ook de nog leegstaande kamers voor asielzoekers bestemmen, naast het aantal dat er al wordt opgevangen. Of dat jaar extra nu dankzij het College of Thuisvester is, doet nauwelijks ter zake. Het is een verlenging van de tussenoplossing. Dat zorgt voor wat meer rust bij de ontheemde bewoners en geeft het College lucht bij het zoeken naar iets definitiefs.

Omwonenden

En de omwonenden? Beloofd is dat opvang in oktober zou stoppen. Die belofte wordt niet waargemaakt, maar elk weldenkend mens zal, bij goede, eerlijke communicatie, de argumenten op waarde kunnen en willen schatten. Voor de duidelijkheid: er zijn 42 kamers voor ‘onze jongeren’ in antikraak. Ook die mensen houden dus een dak boven hun hoofd. De Oekraïners zijn ook blij. Zij uitten in de ‘debatraad’ hun respect, dankbaarheid en begrip voor die omwonenden, die er moeite mee hebben. Ze vroegen de Raad in te stemmen. Zij zijn graag in het Hoge Veer en Raamsdonksveer en willen hier meedoen. Dat zei mevrouw Karapysj in het Engels en de heer Tykhyi zelfs in prima verstaanbaar Nederlands. Piet de Peuter sprak eveneens in. Hij haalde de Bergrede aan uit het Nieuwe Testament, (Matheus 25): ‘ik had honger en gij hebt mij niet te eten gegeven, ik had dorst….’ et cetera. Hij appelleerde aan gevoel voor de medemens in nood. Er is veel gepraat. Hopelijk wordt de Raad nu eens volwassen en kijkt ook in de spiegel om dit soort gesteggel, dat niets met politiek en bestuur van doen heeft, voortaan te voorkomen.

Frans van Son