Andy Broeders noemt zichzelf bescheiden een huis, tuin en keukenmuzikant, maar was medeoprichter van de ‘Young Stage Band’ en organiseert al jaren bekende evenementen zoals de Kovvernacht en de Pop Quiz a gogo in Fort Sint Gertrudis. Verder is hij manager van artiesten als Abel én Sam Knoop. Hij neemt ons mee langs vijf nummers met vooral mooie verhalen.
Door Dennis Mikhout
Licpstick Sunset – John Hiatt
“John Hiatt, daar ben ik groot fan van. Die heb ik verschillende keren live gezien en dat vind ik echt een geweldige artiest. Hij speelt Americana. Ik hou van veel dingen maar Americana voert toch een beetje de boventoon. Dit nummer heeft voor mij een speciale betekenis. Hij zat aan de grond en kon nog nét twee dagen studio tijd bekostigen om een album op te nemen. Dat wilde hij dan wel met goede muzikanten doen, toen heeft hij onder andere Ry Cooder (bekende gitarist red.) gevraagd om opnames te komen maken.
Het gaat mij in dit nummer eigenlijk om die Ry Cooder. Dat is een gitarist, met het moto ‘less is more’. Hij kan ontzettend mooi spelen, waarbij het dus niet gaat om de hoeveelheid noten die hij speelt, maar om de passie en het gevoel die hij in zijn spel legt. Héél veel jonge gitaristen, en ik vind ze prachtig hoor, willen allemaal heel snel spelen. Veel noten laten horen, heel véél noten! Want dat is hip natuurlijk. Maar muziek is emotie en dat breng je niet per definitie over met een drukke en snelle solo. In dit nummer zitten twee slide gitaarsolo’s en die gaan echt door merg en been. Dat is voor mij het summum van gitaar spelen, dat je dat gevoel bij mensen over kan brengen. Hij leeft zich in, ondersteund de band en pas waar mogelijk pakt hij zelf uit. Dat is mooi om te zien.”
Onderweg – Abel
“Op een dag belde een vriend van mij op en die zegt ik heb hier twee jongens en die hebben contact met een platenmaatschappij. Maar ze hebben echt een manager nodig, kan jij dat niet doen? Dat was de band Abel. Ze kwamen bij mij thuis met een demo met daarop oerversies van ‘Neem Me Mee’ en ‘Onderweg’. Die eerste vond ik het meest commerciële nummer, die tweede het mooiste liedje. Maar ‘neem me mee’ werd afgekeurd door de platenmaatschappij. Een grote teleurstelling voor de jongens, dus toen ben ik gaan praten. Als single vond ik het wat weinig dus stelde ik voor een deal voor een heel album af te sluiten. En dat vond de platenmaatschappij goed! De jongens wilden graag met Rob van Donselaar (bekende producer red.) werken, en ook dat vond de maatschappij goed! Een geweldige producer, hij werkt echt op sfeer en zet dingen goed op zijn plaats. Bij ‘Onderweg’ heeft hij ook wat veranderingen aangebracht, het middenstuk werd het intro, en daardoor viel alles op zijn plek.
We hebben er hard voor moeten knokken om dit nummer uit te brengen als single. Maar de tweede week stond hij al op nummer 33, en werden we door de platenmaatschappij uitgenodigd voor een etentje. Een week later was het al top tien, en daarna heeft hij zes weken op nummer een gestaan. Een mooie en drukke tijd volgde, het was echt aanpoten. Heel onwerkelijk ook om ineens op nummer een te staan, je komt in een hele andere wereld terecht. Sta je ineens met de band op ‘Vrienden van Amstel’ of ‘Night of the Proms’.
Laatst hebben ze een reünie optreden gedaan op ‘Breda Live’, en toen is het bij Joris (zanger van Abel red.) weer gaan kriebelen. Hij is gaan schrijven en nu komt er over een paar weken nieuw werk uit van de band. Hartstikke leuk!”
For No One – The Beatles
“Ik moest er een van de Beatles inzetten, anders verloochen ik mezelf. Maar door er één te kiezen, kies je er vijftig niet natuurlijk, dat is wel jammer. Dit is misschien een niet voor de hand liggende keuze, maar wél een fantastisch mooi nummer. Er zitten wat gekke dingen in het nummer. Ze hebben het bijvoorbeeld op 47 en halve toeren gemixt zodat de stem van Paul McCartney wat hoger klinkt. En ze hebben er de beste hoornspeler van Engeland bijgehaald. McCartney kan geen noten lezen, en heeft de melodie aan die man voorgezongen. Het bleek dat die noten buiten het bereik van die hoorn lagen. Toen hebben ze gewoon gezegd, als je de beste van Engeland bent moet je ook die hoge noten wel kunnen halen, en dat bleek gelukkig ook.
Ik ben niet snel starstruck maar als ik Paul McCartney tegen zou komen zou dat wel heel bijzonder zijn. Dat is wel mijn muzikale held. Grappig, want Beatles en Stones fans jennen elkaar altijd op een leuke manier hier in ’t Veer. Toch zijn de Beatles beter vind ik, omdat hun manier van songs schrijven beter is. Dat zijn echte composities, echte akkoordenschema’s. Daar heb ik net iets meer mee. De Stones schrijven meer op basis van hun gitaarriffs, die pakken een riff en schrijven daar een liedje omheen.”
Barfly – Jeff Who
“Ik heb één broer en die woont en werkt in Denemarken. Op een dag was hij voor werk in Reykjavik, IJsland. Hij zat daar met wat collega’s in de kroeg en er speelde een lokaal bandje. Er stapt een zanger uit het publiek om mee te spelen, vond hij gelijk helemaal geweldig! Dat bleek Baddi Hall te zijn, de zanger van het IJslandse bandje ‘Jeff Who’. Mijn broer heeft met hem contactgegevens uitgewisseld.
Hij vertelde mij erover en ik heb ze online opgezocht. Dit was het eerste nummer wat ik aanklikte. Ik dacht alleen maar zo hé dit is een goed nummer, dit is echt een berennummer! Wisten wij veel dat het in IJsland tien weken op een had gestaan. Ik ben gaan mailen met Baddie Hall en daar kwam heel leuk contact uit. Vervolgens heb ik gevraagd of hij mee wilde zingen op een nummer van Sam Knoop (Niets Lijkt Te Gebeuren red.) Hij heeft het in het Engels ingezongen en dat hebben we vervolgens gemonteerd tot een duet met Sam. Omroep Brabant en de Belgische Radio 2 pikten dat gelijk op. Het contact werd eigenlijk ook steeds beter, dus toen kwamen Baddie en een vriend hierheen. Die hebben één week in mijn huis gebivakkeerd. Veel muziek maken en interviews geven in België. Dat is gewoon een goede vriend geworden en inmiddels is hij nu twee keer hier geweest. ‘Barfly’ vind ik echt een wereldnummer, ze hadden toen slecht management anders was het echt een wereldhit geworden. Daar ben ik van overtuigd, maar iedereen hier zegt daar komt hij weer aan met zijn IJslanders. Haha!”
Time Waits For No One – The Rolling Stones
“Deze kies ik puur vanuit gitaar oogpunt, en om die lekkere Zuid-Amerikaanse sfeer op het nummer. Maar vooral voor de gitarist Mick Taylor. De Stones werden een beter band toen Mick Taylor zich bij hen aansloot. Dit was echt de beste gitarist die ze hebben gehad, met alle respect, maar gewoon veel beter dan Keith Richards. Alleen kon die jongen niet tegen de sfeer in die band. Ze zaten toen echt in de periode van veel drugsgebruik. Dat is natuurlijk de tragiek van Mick Taylor. Dat hele muzikantenleven van echt goed naar de kloten gaan, werd in die periode enorm verheerlijkt. En die jongen kon niet tegen dat leven, terwijl hij juist enorm getalenteerd was. Hij is daardoor zelf ook goed aan de drugs geraakt. Hij krijgt voor zijn werk bij de Stones ook niet echt de credits naar mijn mening.
Die solo die hij hier speelt pakt mij altijd. Ik vind zijn gitaarwerk heel speciaal. Het waarom kan ik niet uitleggen, voor mij is hij een lyrische gitarist. Tegenwoordig heeft hij een Nederlandse vriendin en woont hij ergens teruggetrokken in Noord-Nederland. Een vriend van mij wilde heel graag iets met hem doen, nieuwe nummers opnemen. Via de platenmaatschappij hebben we hem benaderd. Maar hij reageert nergens op, bijna alsof hij niet meer geïnteresseerd is in muziek. Erg jammer want dichter bij de Stones kan je niet komen natuurlijk.”
We sluiten af met de vraag welke van deze vijf liedjes Andy zelf het liefste geschreven had: “Het gekke is ik schreef vroeger ook nummers, en ik vond laatst een nummer terug met bijna hetzelfde akkoordenschema als ‘Onderweg’. Dus kies ik die, en gewoon omdat ik dat een heel mooi nummer vind.”