Voor het achtste jaar op rij is een Wmo-cliëntervaringsonderzoek uitgevoerd. De afgelopen drie jaar werd dat gedaan door onderzoeksbureau Zorgfocuz. Uit het onderzoek blijkt, dat cliënten ook dit jaar weer heel tevreden zijn over uitvoering van de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning), zoals de gemeente dat doet. Daarmee treedt wethouder Van Rooij in de voetsporen van haar voorganger Adriaan de Jongh. Een ruime meerderheid (88%) van de ondervraagde cliënten die het formulier invulden, is tevreden over het contact met de gemeente, 93% voelt zich serieus genomen door de medewerker. Jammer dat maar zo ongeveer een derde van de 694 mensen, die werden uitgenodigd om de vragenlijst in te vullen, heeft gereageerd. Slechts 229 mensen vulden in en dat is 33%. Het ging daarbij om mensen uit de groep, die vorig jaar een aanvraag indienden in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning en ook een individuele ondersteuning hebben ontvangen.

Kwaliteit

Liefst 89% vindt de kwaliteit van de ondersteuning goed en 91% vindt ook dat deze ondersteuning past bij de hulpvraag. Gemiddeld 84% van de ondervraagden is tevreden over wat de ondersteuning hun oplevert (zoals bijvoorbeeld een betere kwaliteit van leven en betere zelfredzaamheid).

Vergelijken

Als je de resultaten van de afgelopen acht jaar bekijkt, voor wat de klanttevredenheid betreft, blijkt, dat die onverminderd hoog zijn. In een aantal deelfacetten stijgt het zelfs ligt. Alleen het onderdeel onbekendheid met de cliëntondersteuning begon acht jaar geleden met een score van 73%, die liep sindsdien snel terug naar in de 60%, met een opleving vorig jaar van 68%, maar dit jaar weer een terugval naar 61%. Dat blijft aandacht vragen.

Opvallend

Opvallend, maar niet nieuw dus, is ook dit jaar, dat 61% van de respondenten er niet van op de hoogte was, dat je gebruik kunt maken van een onafhankelijke cliëntondersteuner. Ook in de afgelopen jaren werd (ook landelijk) slecht gescoord op deze vraag, maar de onbekendheid neemt wel langzaam af. De gemeente doet er alles aan om de bekendheid te vergroten.

Extra vragen

Er is dit keer een aantal extra vragen aan het onderzoek toegevoegd. Die vragen gingen over de mantelzorger en of de toegekende ondersteuning ook werkelijk ontvangen is. 57% geeft aan geen mantelzorger te hebben. Van de groep die wel een mantelzorger heeft, denkt 11% dat de ondersteuner dit eigenlijk niet aan kan. Dit wordt aan Surplus meegedeeld. Deze mantelzorgondersteuningsorganisatie zorgt onder andere voor vrijwillige inzet in die situaties waarbij het eigen netwerk geen ondersteuning kan leveren. 90% zegt de ondersteuning ook echt ontvangen te hebben. Dat de score op dit onderdeel niet 100% is, is waarschijnlijk te wijten aan de nasleep van de coronacrisis: diensten als Deeltaxi zijn een tijdje uit de running geweest. Het gebruik van de Deeltaxi ligt nog steeds niet op peil van 2019. Ook zal het beeld te maken hebben met de druk op (huishoudelijke) zorg door personeelstekort.

Onder druk

Het gaat dus prima met de Wmo. Maar mede door de financiële positie van de gemeente en keuzes die gemaakt zullen moeten worden, zal in de komende jaren de houdbaarheid én betaalbaarheid van de (Wmo)zorg naar verwachting meer onder druk komen te staan. De gemeente tracht de kosten van deze groei te beheersen. Wanneer dit zou betekenen dat ingrepen in het huidige voorzieningenniveau onvermijdelijk zijn, zou dit op termijn een ander rapportcijfer klanttevredenheid kunnen opleveren.