We hebben weer eens een typische ouderwetse Nederlandse snertzomer. Neerslagtekort? Ammehoela! De afgelopen week viel er meer regen dan normaal in een maand en ineens is het stilletjes in Klimatologië. Wat gaat Greta hier op zeggen? Zelfs meteoroloog en klimaatdrammer Gerrit Hiemstra weet het allemaal niet meer en heeft aangekondigd dat ie er mee stopt. Het werd hem waarschijnlijk te heet onder de voeten. Of in dit geval te nat. Hij wordt nu fulltime klimaatactivist. Het weer heeft ie nooit goed voorspeld, maar dat klimaat laat hem maar niet los. Gerrit Hiemstra, ik mis hem nu al niet.
Ondertussen zitten de Nederlandse vakantievierders die in hun eigen land vakantie vieren al wekenlang met pokkenweer opgescheept. Heel eventjes was het warm, iedereen in paniek om niks en vervolgens twee maanden lang takkeweer. En wij maar blijven denken dat de aardbevings-Groningers, de toeslagenouders en de snelwegplakkers het zwaar hadden. Nee, dan de kampeerders aan de Zeeuwse kust. Denk daar maar eens aan!
We hebben momenteel te maken met een weergod die ons lijkt te haten. God is a DJ? Nou, ik dacht het niet. Het zou nu fijner zijn als God een loodgieter was in plaats van een discjockey.
Zeeland, je zou daar nu maar zitten, in de achtertuin van Paskal Jakobsen. Zoutelande, ook wel de Zeeuwse Rivièra genoemd, is de enige badplaats in Nederland met een strand op het zuiden. Het heeft daardoor de meeste zonuren per jaar, maar liefst 160 zonuren meer dan het landelijk gemiddelde, maar momenteel zeikt het daar ook. En dan snap ik wel waarom ze daar onbewust zin in Mosselfeesten krijgen en dat Vlissingen zwaar en moedeloos zucht. Zoutelande met hun hoogmoed, ik vermoed dat daar de naam Blöf vandaan komt.
Wij Nederlanders hadden de laatste jaren het vermoeden dat door de klimaatverandering ons strand in de Costa Brava zou veranderen. Mooi niet! We zitten helemaal niet meer te wachten op Hollands zomerweer. Daar hadden we al afscheid van genomen. We boekten massaal een vakantie in ons eigen landje. Maar ondertussen zitten we te vernikkelen in een koude voortent en kunnen de Skip-Bo kaarten niet meer vasthouden door de koude vingers. De vakantievierders vervelen zich kapot. Wifi doet het niet, omdat iedereen er op zit, we zijn uit-gestrategoot, suf-gerummikubt en lam-gemonopolied, alle tablets zijn leeg en we zijn al vier keer naar het Scheepvaartmuseum geweest. En in het binnenzwembad zitten we als (zure) haringen in de ton.
Maar kop op, mensen. In 1962 hadden we ook zo’n regenzomer. Ik verheug me nu al op de Elfstedentocht in januari.